Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eer·tijds
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

eertijds

  1. in de genoemde periode van het verleden
    • Daar werd eertijds geen rekening mee gehouden. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen