eerstvolgende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eerst·vol·gen·de
Bijvoeglijk naamwoord
eerstvolgende
- verbogen vorm van de stellende trap van eerstvolgend
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eerstvolgende | eerstvolgenden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die als eerste komt na een bepaald punt
- De eerstvolgenden kregen die dag een speciale attentie ter viering van het heuglijk feit.
- ▸ Ik had de keuze om 10 kilometer terug te lopen naar een plek waarvan ik zeker wist dat er water was of 8 kilometer door te lopen naar het eerstvolgende beekje, dat echter ook opgedroogd zou kunnen zijn.[1]
Gangbaarheid
- Het woord eerstvolgende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers