eenhonderdzesendertig
Nederlands
0 | 1 | 3 | 6 |
eenhonderdzesendertig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdzesendertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈsɛsənˌdɛrtəx / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·zes·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en zesendertig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdzesendertig
- "136", langere vorm van honderdzesendertig, honderd plus zesendertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdzesendertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdzesendertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdzesendertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdzesendertig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdzesendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.