Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • een·heids·worst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eenheidsworst eenheidsworsten
verkleinwoord eenheidsworstje eenheidsworstjes

Zelfstandig naamwoord

de eenheidsworstv / m

  1. allemaal (vrijwel) hetzelfde zijn
  2. een worst die in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog gemaakt werd en als enige vlees nog verkocht mocht worden

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be