echtheidscertificaat

Nederlands

Een 16e-eeuwse houten pen als archeologische vondst uit 1822 met een echtheidscertificaat.

Uitspraak

• Geluid:  echtheidscertificaat    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɛxthɛitˌsɛrtifiˌkat / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• echt·heids·cer·ti·fi·caat

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  echtheid zn  en  certificaat zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	echtheidscertificaat	echtheidscertificaten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het echtheidscertificaat o

1. document dat bedoeld is als bewijs voor de herkomst van een product

   ▸ Toch is het een valkuil: als iets populair en gewild is, wordt het namelijk ook nagemaakt. "Wij werken sinds een paar maanden met Entrupy, een systeem dat de tassen kan authenticeren. Er zijn zo veel neptassen in omloop, dus het geeft een veilig gevoel naast ons eigen oordeel." Elke tas heeft aan de binnenkant bijvoorbeeld een serienummer, en dat komt overeen met het nummer op het echtheidscertificaat dat je bij de aankoop erbij krijgt.

   ▸ Moco-directeur Kim Logchies ontkent tegenover NRC dat het museum vervalste Banksy-platenhoezen verkoopt, zoals de museummedewerkers in het boek beweren. "De suggestie dat de hoezen niet echt zouden zijn en dat er hoezen zijn verkocht met hetzelfde nummer is pertinent onjuist." Volgens haar hebben alle kunstwerken die in Moco staan een echtheidscertificaat.

Synoniemen

• COA

Gangbaarheid

• Het woord echtheidscertificaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.