Deens

Woordafbreking
  • dy·re·or·ga·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het invoegsel -e-
Naar frequentie 183732

Zelfstandig naamwoord

dyreorganer, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van dyreorgan