Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • dwerg·dik·kop·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord dwergdikkopje dwergdikkopjes

Zelfstandig naamwoord

het dwergdikkopjeo dim. tant.

  1. (vlinders) Thymelicus acteon   een dagvlinder uit de familie Hesperiidae, de dikkopjes. Het dwergdikkopje komt in grote delen van Europa voor. Uit Nederland is de vlinder verdwenen en staat op de Nederlandse Rode lijst dagvlinders. De vlinder geeft de voorkeur aan warme droge graslanden als leefgebied
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie