Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dwar·rel·de neer

Werkwoord

vervoeging van
neerdwarrelen

dwarrelde neer

  1. enkelvoud verleden tijd van neerdwarrelen
    • Ik dwarrelde neer. 
    • Jij dwarrelde neer. 
    • Hij, zij, het dwarrelde neer.