duodenum
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- du·o·de·num
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duodenum | duodenums |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het duodenum o
- (anatomie) twaalfvingerige darm
Vertalingen
1. twaalfvingerige darm
Gangbaarheid
- Het woord duodenum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "duodenum" herkend door:
32 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Latijn
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van duodeni "telkens twaalf" digitorum "van vingers", dus "twaalvingerig", waarbij de vinger als een lengtemaat bedoeld is, een leenvertaling van Oudgrieks δώδεκαδάκτυλοv (dódekadáktulon)
Zelfstandig naamwoord
duodenum o
- (anatomie) twaalfvingerige darm
Overerving en ontlening
Turks
Woordafbreking
- du·o·de·num
Zelfstandig naamwoord
duodenum