1. twaalfvingerige darm (rood)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • du·o·de·num
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duodenum duodenums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het duodenumo

  1. (anatomie) twaalfvingerige darm
Vertalingen

Gangbaarheid

32 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Latijn

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

duodenum o

  1. (anatomie) twaalfvingerige darm
Overerving en ontlening


Turks

Woordafbreking
  • du·o·de·num
enkelvoud meervoud
nominatief   duodenum     duodenumlar  
genitief   duodenumun     duodenumların  
datief   duodenuma     duodenumlara  
accusatief   duodenumu     duodenumları  
locatief   duodenumda     duodenumlarda  
ablatief   duodenumdan     duodenumlardan  

Zelfstandig naamwoord

duodenum

  1. (anatomie) duodenum, twaalfvingerige darm
Synoniemen
Hyperoniemen