Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dun·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dunsel dunsels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dunselo

  1. kleine jonge planten die worden uitgetrokken bij het uitdunnen van een nieuwe aanplant
  2. zeer jonge krobsla of snijsla die men als groente kan eten

Gangbaarheid

23 % van de Nederlanders;
34 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen