Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dui·vels·pen·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duivelspenning duivelspenningen
verkleinwoord duivelspenninkje duivelspenninkjes

Zelfstandig naamwoord

de duivelspenningm

  1. geldstuk dat, hoe vaak ook uitgegeven, telkens tot den eigenaar terugkeert

Gangbaarheid