dubbeloog
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- dub·bel·oog
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dubbel zn en oog zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dubbeloog | dubbelogen |
verkleinwoord | dubbeloogje | dubbeloogjes |
Zelfstandig naamwoord
het dubbeloog o
- (vlinders) Ypthima asterope een vlinder uit de onderfamilie Satyrinae van de familie Nymphalidae (aurelia's). De wetenschappelijke naam is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1832 door Johann Christoph Friedrich Klug. De soort komt voor in Europa
Hyperoniemen
- zandoogjes en erebia's, aurelia's, dagvlinders, vlinders, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'dubbeloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.