Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dub·bel·deks·trein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbeldekstrein dubbeldekstreinen
verkleinwoord dubbeldekstreintje dubbeldekstreintjes

Zelfstandig naamwoord

de dubbeldekstreinm

  1. (spoorwegen) trein met twee boven elkaar liggende dekken waarin de reizigerscompartimenten aanwezig zijn
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid