Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dub·bel·ca·bi·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbelcabine dubbelcabines
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dubbelcabinev

  1. een cabine met een achterbank voor passagiers in een vrachtauto, bestelauto of pick-up

Gangbaarheid

Verwijzingen