Nederlands

 
steen ontstaan door druppelend kalkrijk water
Uitspraak
Woordafbreking
  • druip·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord druipsteen druipstenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de druipsteenm

  1. steen ontstaan door druppelend kalkrijk water
    • Diep in de aarde zijn Neanderthalers een bouwproject begonnen. Bij flakkerend fakkellicht wrikken ze druipstenen los van de bodem. De Neanderthalers stapelen honderden stalagmieten in een cirkel in het hart van de grot. Als de steenkring voltooid is, ontsteken ze vuren rondom de kring.[2] 
    • Het open treintje rijdt met grote snelheid door de bochtige, onderaardse gang. Wind suist langs de passagiers, die hun hoofden net op tijd intrekken als een puntige druipsteen laag boven de route hangt. Het donker verandert in schemer en het schemer in licht - plotseling staat de trein stil in een immens grote, onderaardse, verlichte hal waarin duizenden druipsteenformaties wedijveren om welke de mooiste is. ‘Dat is de walvisbek. Daar staat de suikertaart. En dat noemen we een gordijn’, zegt Branko Dvorscak, terwijl hij wijst naar het hoge plafond waaraan een bijna doorschijnende sliert aaneengesloten stenen pegels hangt. ‘Die heeft er honderden eeuwen over gedaan om zo mooi, zo perfect te worden.’[3]  
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Lucas Brouwers 26 mei 2016
  3. Volkskrant Wil Thijssen Bart Mühl 7 november 2009
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be