Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drugs·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drugslijn drugslijnen
verkleinwoord drugslijntje drugslijntjes

Zelfstandig naamwoord

de drugslijnv / m

  1. route waarlangs drugs worden gesmokkeld
  2. telefonische hulpdienst voor drugsverslaafden

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen