drugsgeld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- drugs·geld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van drug en geld met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drugsgeld | drugsgelden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het drugsgeld o
- geld dat verdiend is met drugshandel
Gangbaarheid
- Het woord drugsgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "drugsgeld" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be