Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • drop·plant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dropplant dropplanten
verkleinwoord dropplantje dropplantjes

Zelfstandig naamwoord

de dropplantv / m

  1. (bloemplanten) een geslacht Agastache   uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae  ) en bestaat uit 22 soorten overblijvende aromatische planten. De bladeren variëren van vorm, dit kan gaan van puntig ovaal, tot bijna spiesvormig met meestal fijn getande randen. De bloemen zijn kokervormig met twee lippen; ze staan in dichte kransen aan halmen of smalle bloempluimen in de zomerperiode. De bloemkleur kan wit, blauw, oranje, rood, zachtpaars of violetblauw zijn
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie