Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • droog·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
droogzetten
zette droog
drooggezet
zwak -t volledig

Werkwoord

droogzetten [1]

  1. overgankelijk alcoholische drank ontzeggen
  2. overgankelijk in een droogdok brengen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
droogzetten

droogzetten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van droogzetten
    • ...dat wij droogzetten. 
    • ...dat jullie droogzetten. 
    • ...dat zij droogzetten. 

Gangbaarheid

Verwijzingen