drieouderschap
- drie·ou·der·schap
- samenstelling van drie tw en ouderschap zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drieouderschap | drieouderschappen |
verkleinwoord |
het drieouderschap o
- het verwekken van kinderen met behulp van het genetisch materiaal van drie personen (een man en twee vrouwen)
- Het woord drieouderschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.