driehonderdvijfenzestig

Nederlands

       
0 3 6 5
driehonderdvijfenzestig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·vijf·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdvijfenzestig

  1. "365", het getal tussen driehonderdvierenzestig en driehonderdzesenzestig, driehonderd plus vijfenzestig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdvijfenzestig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdvijfenzestig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdvijfenzestig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdvijfenzestig driehonderdvijfenzestigs
verkleinwoord driehonderdvijfenzestigje driehonderdvijfenzestigjes

Zelfstandig naamwoord

de driehonderdvijfenzestigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 365 is aangeduid
    • Als jij driehonderdvijfenzestig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

driehonderdvijfenzestig mv

  1. groep van 365 eenheden
    • Die driehonderdvijfenzestig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid