driehonderdtweeëntachtig

Nederlands

       
0 3 8 2
driehonderdtweeëntachtig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·tweeën·tach·tig, drie·hon·derd·twee·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdtweeëntachtig

  1. "382", het getal tussen driehonderdeenentachtig en driehonderddrieëntachtig, driehonderd plus tweeëntachtig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdtweeëntachtig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdtweeëntachtig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdtweeëntachtig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdtweeëntachtig driehonderdtweeëntachtigs
verkleinwoord driehonderdtweeëntachtigje driehonderdtweeëntachtigjes

Zelfstandig naamwoord

de driehonderdtweeëntachtigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 382 is aangeduid
    • Als jij driehonderdtweeëntachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

driehonderdtweeëntachtig mv

  1. groep van 382 eenheden
    • Die driehonderdtweeëntachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid