driehonderdenvijfentwintig

Nederlands

0	3	2	5

driehonderdenvijfentwintig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  driehonderdenvijfentwintig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈvɛifənˌtwɪntəx / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• drie·hon·derd·en·vijf·en·twin·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  vijfentwintig ht 

Hoofdtelwoord

driehonderdenvijfentwintig

1. "325", langere vorm van driehonderdvijfentwintig, driehonderd plus vijfentwintig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdenvijfentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenvijfentwintig. 

Synoniemen

• driehonderdvijfentwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenvijfentwintig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• driehonderdenvijfentwintigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenvijfentwintig" ht als linkerdeel

• driehonderdenvijfentwintigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'driehonderdenvijfentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.