Nederlands

 
[2] driebaansweg
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·baans·weg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord driebaansweg driebaanswegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de driebaanswegm

  1. weg met drie rijstroken per rijrichting
     De Tsjech bereidde zijn actie goed voor. Hij koos voor een kaarsrecht stuk driebaansweg op de A2 bij Wittenberg. De weg loopt daar heel licht naar beneden, waardoor je goed kunt zien hoe druk het verderop is. Ook liet hij zich op de hoogte houden via mannen die op viaducten op de uitkijk stonden en reed hij het stuk eerst een keer op normale snelheid.[2]
  2. weg met drie rijstroken (één rijstrook per rijrichting + een extra strook)
     Vrachtwagen veegt Chinese driebaansweg schoon[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Caspar Naber, Erik Kouwenhoven
    “Tsjechische miljardair die met 417 km/u over Autobahn raasde gaat vrijuit” (22 apr. 2022 Laatste update: 22-04-2022), Tubantia
  3.   Weblink bron “Vrachtwagen veegt Chinese driebaansweg schoon” (Dinsdag 26 mei 2015, 16:41), NOS