drankhandelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- drank·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van drank en handelaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drankhandelaar | drankhandelaren drankhandelaars |
verkleinwoord | drankhandelaartje | drankhandelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
de drankhandelaar m
- (beroep) iemand die (sterke) drank mag verkopen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord drankhandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.