Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draag·muur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord draagmuur draagmuren
verkleinwoord draagmuurtje draagmuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de draagmuurm

  1. (bouwkunde) een muur die een belangrijke functie heeft in het ondersteunen van de daarboven liggende delen van een gebouw
    • Een verhuisdoos. Daar werd de woning van Bert en Dineke Rozema vorig jaar november mee vergeleken. 'De verdiepingsvloer ligt los op de draagmuren, werd ons verteld', zegt Bert Rozema (68). 'Bij een stevige beving kon de boel zo in elkaar klappen.'[2] 
    • Hoogste tijd voor een nieuw fundament voor het internet, zou je zeggen, waarin de huidige tekortkomingen worden weggenomen. Maar dat wordt lastig, zegt Verhoef: 'Je hebt het over de draagmuur van het internet; die sloop je niet zomaar weg.'Een patch uitbrengen, wat makers van software geregeld doen om tekortkomingen uit hun product te halen, is er niet bij.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant Jurre Van den Berg 7 augustus 2016
  3. Volkskrant BARD VAN DE WEIJER 20 april 2013
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be