Nederlands

 
Vrouwelijke aar
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • draad·zeg·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord draadzegge draadzeggen
verkleinwoord draadzeggetje draadzeggetjes

Zelfstandig naamwoord

de draadzeggev / m [1]

  1. (bloemplanten) Carex lasiocarpa   een vaste plant uit de cypergrassenfamilie (Cyperaceae  ). De plant komt van nature voor op het Noordelijk halfrond. De draadzegge staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten   als vrij zeldzaam en matig afgenomen
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen