Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈdəʊnʌt/
Woordafbreking
  • dough·nut
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van dough ("deeg") en nut ("noot").
  • De donut was van oorsprong een balletje gebakken deeg.
enkelvoud meervoud
doughnut doughnuts

Zelfstandig naamwoord

doughnut

  1. (voeding) donut
Schrijfwijzen