Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dorps·ma·na·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dorpsmanager dorpsmanagers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dorpsmanagerm

  1. iemand die als aanspreekpunt functioneert in een kleine gemeente
     BORNE - „Kijken naar wat wel mogelijk is en dan kun je best een mooie zomer organiseren voor de inwoners van Borne.” Dorpsmanager Ruben Baartman en toerismemanager Corine Hofstra vertellen over wat er de komende maanden allemaal in het dorp te beleven is.[1]
     VRIEZENVEEN - Er moet meer aandacht komen voor het centrum van Vriezenveen, vindt de Vriezenveense Ondernemers Verenining (VOV). Daarom heeft de VOV een dorpsmanager aangesteld. Claudia Timmers moet het centrum aantrekkelijker maken.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Maaike Thüss
    “Bornse zomer met ‘rellen’, competitie en een dorpsquiz: ‘Eindelijk kunnen we weer wat organiseren’” (03-07-2021), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Ferry de Goeijen
    “Claudia Timmers moet ervoor zorgen dat centrum Vriezenveen aantrekkelijker wordt” (09-04-2022), Tubantia