dorpsgemeenschap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dorps·ge·meen·schap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dorp en gemeenschap met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dorpsgemeenschap | dorpsgemeenschappen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de dorpsgemeenschap v
- gemeenschap bestaande uit de inwoners van een dorp
Gangbaarheid
- Het woord dorpsgemeenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.