Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dor·pen·toch·ten
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de dorpentochtenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dorpentocht
      Er zulten, zooals trouwens reeds min of meer 't geval was, 3 commissies benoemd worden, die elk een onderdeel van het ijswezen zullen verzorgen en die geheel zelfstandig zullen werken, n.l. een commissie voor het ijstoerisme, een voor de dorpentochten en een voor de kortbaanwedstrijden.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron IJssport. Fusie van ijsbonden. in: Leeuwarder Nieuwsblad, jrg. 34 nr. 9710 (6 augustus 1940), R. van der Velde, Leeuwarden, p. 3 kol. 2