doortelden
- Geluid: doortelden (hulp, bestand)
- door·tel·den
vervoeging van |
---|
doortellen |
doortelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doortellen
- ...dat wij doortelden.
- ...dat jullie doortelden.
- ...dat zij doortelden.
- ...dat wij doortelden.
- Het woord doortelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.