Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·me·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doormeter doormeters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de doormeterm [1]

  1. (België) de diameter van een cirkel.
    • Pi maal de doormeter van een cirkel is de omtrek. 
  2. iemand die iets doormeet

Meer informatie

Verwijzingen

Gangbaarheid