Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·klik·ten

Werkwoord

vervoeging van
doorklikken

doorklikten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorklikken
    • ...dat wij doorklikten. 
    • ...dat jullie doorklikten. 
    • ...dat zij doorklikten.