Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • door·dron·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doordringen

doordróngen

  1. meervoud verleden tijd van doordringen
    • Wij doordróngen. 
    • Jullie doordróngen. 
    • Zij doordróngen. 
  2. voltooid deelwoord van doordringen
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
doordringen

dóórdrongen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doordringen
    • ...dat wij dóórdrongen. 
    • ...dat jullie dóórdrongen. 
    • ...dat zij dóórdrongen.