doordrongen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dóórdrongen (hulp, bestand)
- Geluid: doordróngen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- door·dron·gen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van doordringen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doordringen |
doordróngen
- meervoud verleden tijd van doordringen
- Wij doordróngen.
- Jullie doordróngen.
- Zij doordróngen.
- Wij doordróngen.
- voltooid deelwoord van doordringen
Verwante begrippen
- [2] doorgedrongen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doordringen |
dóórdrongen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doordringen
- ...dat wij dóórdrongen.
- ...dat jullie dóórdrongen.
- ...dat zij dóórdrongen.
- ...dat wij dóórdrongen.