Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
domineer
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
domineer
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
do·mi·neer
Werkwoord
vervoeging van
domineren
domineer
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
domineren
Ik
domineer
.
gebiedende wijs van
domineren
Domineer
!
(bij inversie)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
domineren
Domineer
je?