Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /dɔlnɔsaskɪ/
Woordafbreking
  • dol·no·sa·s·ky
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord dolnosaský met het achtervoegsel -y

Bijwoord

dolnosasky

  1. (demoniem) Nedersaksisch; met betrekking tot het Duitse land Nedersaksen
  2. (taal) (in het) Nedersaksisch; met betrekking tot de taal het Nedersaksisch
Synoniemen
  1. dolnosaština v
Verwante begrippen