Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • doel·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doellijn doellijnen
verkleinwoord doellijntje doellijntjes

Zelfstandig naamwoord

de doellijnv / m

  1. (sport) de lijn die het doel scheidt van de rest van het veld
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be