Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • doc·to·ran·da
enkelvoud meervoud
naamwoord doctoranda doctoranda's
doctorandae
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de doctorandav

  1. vrouwspersoon die het doctoraal examen heeft gedaan
  2. vrouwspersoon die een proefschrift schrijft ter verkrijging van de graad van doctor
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid