districtsbeker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dis·tricts·be·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | districtsbeker | districtsbekers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de districtsbeker m
- (sport) (voetbal) beker die de kampioen van een district ontvangt als eerbewijs
- ▸ De strafschoppenserie bij SSV'65-RBC in de achtste finales van de KNVB-districtsbeker moet vanaf de 15de strafschop opnieuw, zo heeft de KNVB bepaald. SSV'65 won de strafschoppenserie en dacht zich al voor de kwartfinales te hebben geplaatst, maar RBC diende protest in tegen het onjuiste verloop van de reeks[1]
- ▸ Groninger Juninho Bacuna komt in het veld voor De Leeuw, waardoor hij net als zijn broers Leandro (FA Cup) en Johnsen (districtsbeker amateurs) een finale speelt.[2]
Gangbaarheid
- Het woord districtsbeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Strafschoppen moeten over bij SSV'65-RBC” (Vrijdag 1 maart 2019), NOS
- ↑ Weblink bron “Derde Bacuna in bekerfinale” (Zondag 3 mei 2015), NOS