dissen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dis·sen
Woordherkomst en -opbouw
- (indirecte belediging) Jamaicaans Engels, waarschijnlijk via de Verenigde Staten naar Nederland gekomen.
Zelfstandig naamwoord
de dissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord dis
de dissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord diss
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dissen |
diste |
gedist |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
dissen
- een maaltijd opdienen
- overgankelijk indirect beledigen door gebruik van daarvoor geschikt taalgebruik of gedrag[1]
- Waarom loop je me zo te dissen?
Gangbaarheid
- Het woord dissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dissen" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Wikihow "Iemand dissen"
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Achterhoeks
Aanwijzend voornaamwoord
dissen m
Verwante begrippen
Nedersaksisch
Aanwijzend voornaamwoord
dissen m