Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·pen·sa·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dispensarium dispensaria
dispensariums
verkleinwoord dispensariumpje dispensariumpjes

Zelfstandig naamwoord

het dispensariumo

  1. lokaal voor poliklinische behandeling
  2. consultatiebureau
  3. plaats waar men medicijnen verstrekt, apotheek

Gangbaarheid

54 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen