dispacheur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dispacheur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dis·pa·cheur
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dispacheur | dispacheurs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de dispacheur m
- (scheepvaart) (juridisch) iemand die de schade van een schipbreuk berekent
Synoniemen
Vertalingen
1. iemand die de schade van een schipbreuk berekent
Gangbaarheid
- Het woord dispacheur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dispacheur" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
24 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be