dilemma
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- di·lem·ma
Woordherkomst en -opbouw
- via Latijn dilemma van Oudgrieks δίλημμα (dílèmma) "dubbele propositie (òf …, òf …)", in de betekenis van ‘moeilijke keuze’ voor het eerst aangetroffen in 1765 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dilemma | dilemma's |
verkleinwoord | dilemmaatje | dilemmaatjes |
Zelfstandig naamwoord
het dilemma o
- moeilijke keuze waarbij iedere keus die je kunt maken voordelen én nadelen heeft
- De Republikeinen staan voor een tactisch dilemma. Ze kunnen iedere kandidaat tegenhouden, en hopen dat een volgende president een Republikein zal zijn. Dat is niet per se gunstig, want de huidige 4-4-stand in het Hof is ook weinig aantrekkelijk. Als in het Hooggerechtshof de stemmen staken, dan geldt de uitspraak van een lager rechtscollege.[4]
- ▸ Onzekerheid, besluiteloosheid, twijfel: de verschillende namen kwamen allemaal op hetzelfde neer. Het dilemma op zich was het dilemma van haar leven.[5]
- ▸ Het Indiase Davis Cup-team was een familieaangelegenheid. De topper was Vijay Amritraj, die bij wedstrijden gesteund werd door zijn broers Anand en Ashok. Zij stonden voor een dilemma.[6]
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen
moeilijke keuze
Gangbaarheid
- Het woord dilemma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dilemma" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[7] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ dilemma op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "dilemma" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ NRC Guus Valk 15 februari 2016
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Weblink bron “Davis Cup, podium van musketiers en legendes” (21-11-2014), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Zelfstandig naamwoord
dilemma
- dilemma
Fins
Zelfstandig naamwoord
dilemma
- dilemma
Zweeds
Zelfstandig naamwoord
dilemma o
- dilemma
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | dilemma | dilemmat | dilemman | dilemmana |
genitief | dilemmas | dilemmats | dilemmans | dilemmanas |