differentiator
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dif·fe·ren·ti·a·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van differentiëren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | differentiator | differentiatoren differentiators |
verkleinwoord | differentiatortje | differentiatortjes |
Zelfstandig naamwoord
de differentiator m
- (elektronica) toestel die een differentiërende actie uitvoert of een signaal differentieert
- (wiskunde) systeem waarmee men bepaalde differentialen kan berekenen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord differentiator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.