diffameren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: diffameren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dif·fa·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
diffameren |
diffameerde |
gediffameerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
diffameren
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord diffameren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.