Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • die·ren·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dierenhandelaar dierenhandelaren
dierenhandelaars
verkleinwoord dierenhandelaartje dierenhandelaartjes

Zelfstandig naamwoord

de dierenhandelaarm

  1. (beroep) iemand die huisdieren in- en verkoopt
    • Deze dierenhandelaar is gespecialiseerd in honden en katten. 

Gangbaarheid