dienstbodekamer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dienst·bo·de·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dienstbode zn en kamer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dienstbodekamer | dienstbodekamers |
verkleinwoord | dienstbodekamertje | dienstbodekamertjes |
Zelfstandig naamwoord
- kamer waarin een dienstbode verblijft
- ▸ De rest van het appartement was normaler, drie vrij kleine slaapkamers, een grote biljartkamer, die ook een slaapkamer geweest had kunnen zijn, en een dienstbodekamer achter de keuken.[1]
Gangbaarheid
- Het woord dienstbodekamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149