dichttimmeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dicht·tim·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dicht en timmeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dichttimmeren |
timmerde dicht |
dichtgetimmerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
dichttimmeren
- overgankelijk deuren of ramen met planken afsluiten
- De ruiten van de slooppanden zijn met hout dichtgetimmerd.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord dichttimmeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dichttimmeren" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be