Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·a·mant·zwar·te

Bijvoeglijk naamwoord

diamantzwarte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van diamantzwart
     Relatief kleine plaquettes met foute, vergulde krulletters en grote, witte borden met daarop de bedrijfsnaam in strakke, diamantzwarte plakletters.[1]

Verwijzingen